Het beheren van branches is een belangrijk aspect van het gebruik van Git. Met branches kunt u tegelijkertijd aan meerdere functies, taken of versies van de broncode werken. Hier zijn enkele sleutelconcepten en basisbewerkingen voor het beheren van branches in Git:
Een nieuwe tak maken
Gebruik het commando git branch <branch-name> om een nieuwe branch aan te maken met de naam <branch-name>. Bijvoorbeeld: git branch feature-branch.
Schakelen tussen vestigingen
Gebruik de opdracht git checkout <branch-name> om tussen branches te schakelen. Bijvoorbeeld: git checkout feature-branch.
De lijst met filialen bekijken
Gebruik de opdracht git branch om de lijst met bestaande branches in de repository te bekijken. De huidige tak is gemarkeerd met een sterretje(*).
Samenvoegen van takken
Gebruik de opdracht om wijzigingen van de ene tak in de huidige tak samen te voegen git merge <branch-name>. Bijvoorbeeld: git merge feature-branch.
Een filiaal verwijderen
Gebruik de opdracht git branch -d <branch-name> om een tak te verwijderen die zijn werk heeft voltooid. Bijvoorbeeld: git branch -d feature-branch
Een vertakking naar een externe repository pushen
Gebruik het commando git push origin <branch-name> om een specifieke branch naar de remote repository te pushen. Bijvoorbeeld: git push origin feature-branch.
Een branch maken van een specifieke commit
Gebruik de opdracht git branch <branch-name> <commit-id> om een nieuwe branch te maken van een specifieke commit. Bijvoorbeeld: git branch bug-fix-branch abc123.
Door branches in Git te beheren, kun je onafhankelijke functies ontwikkelen, testen uitvoeren en versiebeheer van de broncode efficiënt beheren. Door de bovenstaande opdrachten en concepten te gebruiken, kunt u de controle behouden en uw softwareontwikkelingsproces organiseren.

